PRESENTATION OUTLINE
Je kunt de herkennen als je een voorzetsel ziet staan.
Je hebt voorzetsels voor de
- 3de naamval
- 4de naamval
3de naamval:
Mit- met
Nach- naar
Bei- bij
Seit- sinds
Von- van/ door
3de naamval:
Zu- naar
Entgegnen- tegemoet
Außer- behalve
Aus- uit
Gegenüber- tegenover
An... Vorbei- langs
4de naamval:
Durch- door
Für- voor
Gegen- tegen
Ohne- zonder
4de naamval:
Um- om
Bis- tot
Entlang- langs